In het tweede jaar A3 mochten we sporadisch al eens op een machine werken. Schaven zoals je op de foto kan zien. Maar het merendeel van de tijd was vijlen en nog eens vijlen.
Bij M. De Pauw de toenmalige leraar metaal werd er niet gelachen met nauwkeurigheid en konden we werken tot op 0,01 van een mm.
We schreven over onze werkstukken en de bijhorende gereedschappen verslagen tot dat je vingers krom stonden.
Er werd vijf dagen van acht uur les gegeven zodat je zaterdag de ganse dag konden of moesten tekenen voor je praktijkverslagen.
Op de bovenste rij (voor zover ik mij herinner)René Hendrickx,Roger Libaers, Leon Van Bergen,Robert De Maeght, Willy Timmermans, Collin, Denis Berten, Paul Alen en Leon Van Bergen.
Op de eerste rij naast de leraar René Blevi, Romain Jacobs, Gaston Laeremans, Henri Cruysberghs, Wilfried Moreels, Jozef Paenhuysen, Bernard Vancalster en Victor Marien.
In het laatste of derde jaar A3 werden we draaiers-paswerkers en van de 103 van het eerste jaar waren we nog met 19 over.
Onze toenmalige leraar praktijk Albert De Cuyper leidde de operaties met strenge hand en met eigen pedagogische methodes.
Zo vond hij het toen heel normaal dat hij 's morgens begon met zich in te zepen en met een schaars te scheren.
Je probeert later wel eens iemand als leraar achterna te doen maar in deze activiteit ben ik nooit geslaagd.
Hij kon zich ook urenlang terugtrekken in zijn lokaal
zodat er in het werkhuis gewerkt werd naar eigen inzicht en...
Zo reed Bernard Van Calster eens op een heen en weer bewegend schaafmachine dat dit zo overbelast door het werkhuis begon te bewegen ....
Ook legendarisch waren de wiskundelessen van M. Louis Meynaerts.
Hij was niet alleen streng voor ons maar ook voor zichzelf. Zo werden alle examens in de klas verbeterd en moesten we die thuis dan mooi overschrijven en hij verbeterde deze opnieuw tot de kleinste details en wie dat correct kon inleveren werd beloond met een extra punt. Ook mochten we dat doen met verbeterde testen en je kon dan nog iets extra verdienen. Onvoorstelbare naschools werk voor deze plichtbewuste leraar.
Op het einde van het jaar moesten we voor en uitgebreide jury verschijnen.
Deze ondervroeg ons uren lang over de leerstof van de drie voorbije jaren.
Ook moesten daar boeken met verslagen worden voorgelegd aan deze jury.
Onze mondigheid was tot dan toe erg ingeknot en nu moesten we ons verdedigen tegen al die aanwezige betweters.
Niet te verwonderen dat we voor deze jury nachtmerrie opdeden en dat er ook menig goede leerling hier een afgang meemaakten waar hij de rest van zijn leven met complexen aan terug dacht.
Toch hebben we heelwat opgestoken in deze periode van 1 september 1951 tot 1 juli 1954.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten